Een zoon met een eigen zoon, op zoek naar hechting met zijn vader. Aaibaarheid blijkt als behoefte, bij deze asjas voor vader met moeder. In zin van het dagelijks ritueel van de bijzondere begroeting, het vluchtig met de lippen te beroeren als ware het een zoen. Ter verzegeling van een niet vergeten gezinsverband. Gelet op het gemist gevoel aan een vader en de moeder, is de asjas een krachtige knuffel als schouderklop. Opdat het rusteloze jeugdige jagen kan ophouden. Symbolisch sterk omhullende jas van te vroeg vertrokkenen, die de ontvanger dierbaar zijn.